SV | En de priester merken zal, dat, ziet, de melaatsheid zijn gehele vlees bedekt heeft, zo zal hij hem, die de plaag heeft, rein verklaren; zij is geheel in wit veranderd; hij is rein. |
WLC | וְרָאָ֣ה הַכֹּהֵ֗ן וְהִנֵּ֨ה כִסְּתָ֤ה הַצָּרַ֙עַת֙ אֶת־כָּל־בְּשָׂרֹ֔ו וְטִהַ֖ר אֶת־הַנָּ֑גַע כֻּלֹּ֛ו הָפַ֥ךְ לָבָ֖ן טָהֹ֥ור הֽוּא׃ |
Trans. | wərā’â hakōhēn wəhinnēh ḵissəṯâ haṣṣāra‘aṯ ’eṯ-kāl-bəśārwō wəṭihar ’eṯ-hannāḡa‘ kullwō hāfaḵə lāḇān ṭâwōr hû’: |
En de priester merken zal, dat, ziet, de melaatsheid zijn gehele vlees bedekt heeft, zo zal hij hem, die de plaag heeft, rein verklaren; zij is geheel in wit veranderd; hij is rein.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de priester merken zal, dat, ziet, de melaatsheid zijn gehele vlees bedekt heeft, zo zal hij hem, die de plaag heeft, rein verklaren; zij is geheel in wit veranderd; hij is rein.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!